Het schrijven van korte verhalen voor jonge kinderen is heel anders dan het schrijven van romans. Je moet kort maar krachtig zijn, want je hebt vaak niet meer dan een paar honderd woorden waarin je het verhaal moet vertellen. Daarnaast moet je de leukste dingen uit je verhaal laten, zodat de illustrator alle kans krijgt om zijn talenten te laten zien en het verhaal aan te vullen. Je moet precies zijn en helder, zonder dat je ooit op je knieën gaat zitten en de fantasie van je jonge lezers in de weg zit. Ik houd van de uitdaging van het korte verhaal!
Mijn eerste korte verhalen werden gepubliceerd in de Bobo, het tweewekelijkse tijdschrift dat in een oplage van 45.000 exemplaren verschijnt. Ik begon met een enkel verhaal in 2007: ‘Drupjes grote reis’, over Drupje en zijn beste vriendje Zoutje. Ze leven diep in de oceaan, totdat ze op een dag besluiten naar de oppervlakte van het water te gaan, daar waar de hete, hete zon is…
De eerste serie in de Bobo was ‘In de straat van Fiep’, 21 verhalen bij de illustraties van Nederlands beroemdste illustrator Fiep Westendorp. De serie liep van het voorjaar 2007 tot aan de winter van 2008. Je kunt je wel voorstellen dat ik ontzettend trots was dat Bobo mij uitkoos om verhalen te schrijven bij de tekening van Fiep. ‘In de straat van Fiep’ gaat over Ties, Pleun, Sigrid en al de andere kinderen die in Fiepstraat wonen. Ze zijn stoer, ze zijn lief, ze zijn slim en ze zijn ondeugend. En ze vinden het leven een groot avontuur.
De tweede serie voor Bobo was ‘In de klas’, negen verhalen over de klas van meester Rob. Meester Rob is de beste meester ooit, een meester die iedereen had willen hebben.
Na deze verhalen volgden er nog meer. Wil je er meer over weten of ze kopen klik dan door naar de tab Ploegsma-bundels!